De planning is om in 2022 een update van de richtlijn Melanoom te laten verschijnen, waarin de follow-up van stadium III/IV melanoom na complete resectie als nieuw onderdeel is toegevoegd. Han Bonenkamp geeft namens de Richtlijn werkgroep follow-up bij melanoom een update.
Na een regionale lymfeklierdissectie, lang de enige behandeling voor patiënten met stadium III melanoom, bestond de follow-up uit een wisselende combinatie van lichamelijk onderzoek, echografie en tumormarkers (s100), vooral gericht op het opsporen van regionale recidieven. Opsporen van asymptomatische metastasen werd door de afwezigheid van effectieve behandeling niet zinvol geacht.
Door de introductie van effectieve systeembehandeling bij gemetastaseerde ziekte en daarop volgend de adjuvante behandeling van hoog-risico melanoom is de focus komen te liggen op controle en opsporen van asymptomatische recidieven, regionaal én systemisch. Daarvoor zijn de PET/CT, MRI cerebrum, en ceCT hals-thorax-abdomen-bekken voorafgaand aan en tijdens de systeembehandeling opgenomen in de work-up.
Na het afronden van adjuvante behandeling is afgesproken dat de follow-up van de patiënten weer overgenomen wordt door de initiële verwijzer, identiek aan de follow-up bij bv coloncarcinoom. De verwijzer, meestal een snijdend specialist, is echter niet gewend aan het gebruik van beeldvorming bij de follow-up. Daarnaast hoort detectie en herkennen van de bijzondere complicaties van adjuvante systeembehandeling niet bij het domein van de snijdende specialisten. Voor de patiënten dreigde daardoor onduidelijkheid en onzekerheid over de kwaliteit van hun follow-up.
De toenmalige Tumor Focus Groep Melanoom van het IKNL heeft daarop het initiatief genomen om een Consensuswerkgroep een advies te laten maken over de follow-up bij stadium III melanoom. Dat initiatief is daarna door SONCOS overgenomen met als doel om de follow-up als een modulaire aanpassing in de Richtlijn Melanoom op te nemen.
Hoewel het advies van de Richtlijnwerkgroep al in 2021 gereed was is indiening bij de Wetenschappelijke verenigingen vertraagd door bezwaren van twee beroepsverenigingen. Naar verwachting zal de definitieve tekst daardoor pas dit voorjaar worden geaccordeerd. Vanwege het belang van deze Richtlijn voor de huidige praktijk zijn de aanbevelingen al wel bij verschillende gremia gepresenteerd en volgt hierbij daarvan een samenvatting.
- Stadium IIIA patiënten zonder indicatie voor adjuvante behandeling (metastase SWK < 1mm) worden beschouwd als laag risico en kunnen worden vervolgd conform het MELFO schema1
(eerste 2 jaar iedere 4 maanden, jaar 3 iedere 6 maanden, jaar 4 en 5 1 keer per jaar) Follow-up kan bij dermatoloog en chirurg volgens de lokale afspraken. Gedurende de eerste twee jaar wordt echografie van de regionale klieren aanbevolen, verdere beeldvorming is niet geindiceerd.
- Stadium III patiënten met een indicatie voor adjuvante behandeling, maar waarbij daar vanwege contra-indicaties van wordt afgezien worden beschouwd als hoog risico. Follow-up kan worden besproken met de patiënt, omdat bij gebleken metastasen soms toch de keuze voor systeembehandeling zal worden gemaakt.
- Stadium III patiënten met een indicatie voor adjuvante behandeling, maar waarbij daar door de patiënt van wordt afgezien worden beschouwd als hoog risico en worden vervolgd conform het schema tijdens adjuvante behandeling, inclusief beeldvorming. De follow-up vindt plaats bij de verwijzer.
- Follow-up tijdens adjuvante behandeling: ten minste iedere 4 maanden met ceCT hals-thorax-abdomen-bekken gedurende 16 maanden. Bij hoog risico op metastasen in de extremiteiten kan voor whole body PET/CT worden gekozen
- Follow-up na afronden van adjuvante behandeling (va 16 maanden): 4 maandelijks met ceCT hals-thorax-abdomen-bekken tot 2 jaar na de start van de adjuvante behandeling, jaar 3 iedere 6 maanden met alleen Lichamelijk Onderzoek en jaar 4 en 5 1 maal per jaar met alleen Lichamelijk Onderzoek. Deze follow-up wordt bij de verwijzer gedaan.
1
MELFO: Deckers et al. Ann Surg Oncol 2020
Namens de Richtlijn werkgroep follow-up bij melanoom
Han Bonenkamp, Voorzitter